Een Chinees restaurant stelde personen- en bestelauto’s ter beschikking aan haar werknemers. De chinees had de pech dat bij zijn bedrijf een onderzoek werd ingesteld naar het verantwoorde privé gebruik in de aangiften loonheffing. De chinees had niets aangegeven voor privé gebruik auto.

De chinees beschikte echter voor geen enkele werknemer over een verklaring ‘geen privégebruik’ en er werd ook geen rittenregistratie bijgehouden.

De chinees had geen bijtelling voor privé gebruik aangegeven omdat de bestelauto’s na werktijd niet door de werknemers werden gebruikt, omdat die auto’s dan op het (afgesloten) terrein van de werkgever werden geplaatst en waarbij de sleutels moesten worden ingeleverd. De hoogste rechter constateerde dat het gerechtshof deze stelling van de chinees niet had gecontroleerd. De zaak moet nader worden onderzocht door de lagere rechter.

Voor bestelauto’s geldt in een drietal situaties dat de bijtelling niet van toepassing is:

• de bestelauto blijkt door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt voor vervoer van goederen;
• de bestelauto kan buiten werktijd niet gebruikt worden; en
• voor de bestelauto geldt een verbod op privégebruik.

In deze procedure ging het om de tweede uitzondering, de bestelauto die na werktijd ‘achter het hek’ gaat. Vreemd dat dit niet eerder in de procedure aan de orde is gekomen.