Nu de aangiften inkomstenbelasting 2022 moeten worden ingediend toont box 3 zijn ware aard.

Veel beleggers klagen over het rendement van hun beleggingen in 2022. Het jaar 2022 was geen goed beursjaar. Toch moet er in box 3 worden afgerekend op basis van een fictief rendement over de waarde van de beleggingen op 1 januari 2022.

Dit heeft tot gevolg dat bezwaar wordt gemaakt tegen de (definitieve) aanslagen 2021 en 2022 in die situaties waarin het rendement lager is dan de fictie die de belastingdienst hanteert. Dit zorgt voor een enorme stroom aan bezwaarschriften waar de belastingdienst ‘onder bezwijkt’.

Toch meent de staatssecretaris tegen beter weten in dat het systeem met de ficties (genoemd de forfaitaire spaarvariant) houdbaar is. Dat moeten we nog maar eens zien, gelet op de uitspraken van lagere rechters die veelal oordelen dat de belastingheffing moet plaatsvinden op basis van werkelijk rendement. Uiteindelijk zal de Hoge Raad het laatste woord hebben.

De staatssecretaris heeft, in afwachting van het oordeel van de Hoge Raad, een praktisch besluit genomen waarin alle aanslagen 2021 en 2022 worden aangehouden in situaties waarin het box 3 inkomen uit meer bestaat dan alleen banktegoeden (denk aan effecten, onroerend goed, vorderingen). Wordt er in die situaties  onverhoopt wel een definitieve aanslag opgelegd dan moet bezwaar worden gemaakt.

Verder komt de staatssecretaris de praktijk tegemoet met een aantal ‘verfijningen’ zoals o.a.:

• Vorderingen en schulden tussen ouders en kinderen krijgen hetzelfde fictieve rendementspercentage
• Meer categorieën bezittingen met eigen forfaits voor effecten en onroerende zaken

Zoals je ziet wordt het moeras van box 3 steeds drassiger!